donderdag 17 september 2009

Credo/visie

Vorige week zat ik in de trein. Ik maakte een lijst met alles wat een Havo-3 leerling moet kunnen. Er zat een jongen naast mij mee te gluren op mijn lijst en hij zei: Jeej, dat zijn wel erg veel punten, moeten ze dat allemaal kunnen?

En hij heeft gelijk! Wat is het vreselijk moeilijk om een concrete lijst te maken met wat een havo-3 leerling allemaal moet kunnen.

Inmiddels heb ik mijn lijst een beetje kleiner gemaakt maar het blijven erg veel punten.

 

Voor mij zijn de eerste 3 jaren van de Middelbare school echte basisjaren. Je leert van alles wat. Zo kan de leerling zijn eigen smaak ontwikkelen en zich bewust zijn van het eigen kunnen. Na deze 3 jaar moet de leerling kunnen besluiten of hij verder wil met het vak muziek en dan komt in de bovenbouw de verdieping.

 

De leerling moet dus veel verschillende dingen aangereikt krijgen om zo breed mogelijk te worden opgeleid als beginnend muzikant. Houdt de leerling juist van luisteren of is hij liever aan het spelen? Is de leerling juist goed in de theorie of is het een praktische leerling? Houdt de leerling van jazz of is het meer bezig met blues? Kan de leerling goed improviseren of heeft het juist noten nodig?

En zo zijn er nog veel meer vragen die de leerling na deze 3 jaar zou moeten kunnen beantwoorden!

 

Er volgt nu een lijst met dingen die ik sowieso wil gaan doen in de klas.

 

Spelen

Waarom spelen? Een hele lijst hebben we behandeld tijdens de les. Hier even de opsomming: Voorbereiding bovenbouw, harmonisch besef, inzicht in muziektheorie, inspelen op individuele voorkeuren, ontwikkeling van een ‘ander’ klankvoorstellingsvermogen, er is veel instrumentale muziek, voegt motorisch element toe, verschillende stijlen verkennen door te doen, klankkleur verschillen, instrument kennis en kunde enz.! Genoeg redenen dus om te spelen.

 

Spelen van blad

De leerling moet een stuk bladmuziek kunnen vertalen op een instrument. Hiervoor moet de leerling kennis hebben van het notenschrift. Hij moet weten hoe lang een noot duurt en moet de toonhoogte weten.

 

Improviserend/componerend spelen

De leerling moet zijn eigen ideeën over kunnen brengen op een speelstuk. Hierbij zal de leerling vaak uitsluitend doen wat hij/zij mooi vind en kan zijn eigen gevoel hierin kwijt. Zodra je dit in groepsverband doet moet je ook goed kunnen luisteren. Wanneer kan ik mijn plekje nemen om iets te doen? Wat doet de rest? Enz.

 

Spelen op ORFF instrumentarium

Het grootste voordeel van het ORFF instrumentarium is het motorische aspect. Het ritme komt er in terug. Ook zijn er vaak notennamen gegraveerd in ORFF. Dit maakt het voor de leerlingen even een stukje eenvoudiger.

 

Spelen op het combo-instrumentarium.

Dit sluit volgens mij erg goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen.

Om te kunnen spelen op combo instrumentarium moeten de leerlingen simpele akkoorden kunnen spelen (zowel op piano als gitaar), een drumritme kunnen spelen, de noten van de basgitaar kennen en dit kunnen combineren. Hier moeten leerlingen ook weer goed naar elkaar kunnen luisteren.

 

Spelen van verschillende percussie instrumenten

Bij percussie instrumenten gaat het om het ritme. Het bied weer hele andere mogelijkheden dan de melodische instrumenten. Ook kun je het bij percussie instrumenten weer makkelijk hebben over verschillende stijlen.  

 

Zingen

 

In groepsverband

Om in groepsverband te kunnen zingen moet je vooral luisteren naar elkaar. Dit is ook erg prettig voor de leerlingen die minder goed zijn in zingen aangezien je mee kan zingen met de rest van de groep.

 

Meerstemmig

De leerling moet weer goed luisteren naar de rest en zelf toch nog iets anders gaan doen. Dit wel altijd in groepsverband pas in de bovenbouw gaan we hierop door. Het belangrijkste is voor mij dat de leerlingen luisteren naar zichzelf en de anderen en hierdoor alle samenklanken kunnen horen.

 

Het zingen van verschillende stijlen

De leerling moet zoveel mogelijk verschillende stijlen gezongen hebben. Van pop tot klassiek en van jazz tot rock. Dit om zo een eigen smaak te ontwikkelen en te ontdekken wat ze leuk vinden.

 

Nazingen

De leerling moet de docent na kunnen zingen. Ook hiervoor moet de leerling weer luisteren en hetgeen hij/zij hoort omzetten naar eigen klanken.

 

Luisteren

Luisteren is voor mij een hele belangrijke. Waarom? Dat wordt volgens mij al redelijk duidelijk uit het bovenstaande. Voor het meerstemmig zingen, voor het nazingen, voor het improviseren/componerend spelen. Eigenlijk heb je voor al de muziek die je maakt je oren nodig. Zonder luisteren kom je niet ver.

Ook vind ik het goed als leerlingen muziek beluisteren op een ‘dieper’ niveau. Dat een leerling na het luisteren van een muziekstuk er iets over kan zeggen wat verder gaat dan mooi of lelijk. Wat voor stijl is het? Wat voor instrumenten hoor je? Enz.

 

Theorie

Ik vind theorie belangrijk maar wel altijd in dienst van de praktijk. Ik wil dat de leerlingen door middel van spelen of zingen theoretisch dingen ontdekken. Natuurlijk leg je ooit iets theoretisch uit maar dit zal ik dan meteen duidelijk maken op het instrument of door middel van het zingen van een nummer.

Dit betekent als ik naar de praktische lijst hierboven kijk dat de leerling bijvoorbeeld kennis moet hebben van verschillende stijlen. Hier zal ik ze dan meer over leren. Ook moet de leerling noten kunnen lezen.

Er zijn nog veel meer theoretische dingen die aan bod zullen komen maar dit zal liggen aan de praktijk!

 

Tot zover mijn voorlopige credo.

Ik zal vast nog 100 dingen vergeten zijn maar die komen er in de komende weken nog bij!

Geen opmerkingen: